De VVD maakt gebruik van cookies en soortgelijke technieken. We gebruiken advertentiecookies om u beter voor te kunnen lichten over de VVD en u gericht van informatie over de VVD te kunnen voorzien. Om uw zo goed mogelijk van dienst te kunnen zijn, worden bepaalde persoonsgegevens gedeeld met derde partijen. Hiermee kan de VVD doelgroepen voor advertentiecampagnes meten, optimaliseren en ontwikkelen. Voor het plaatsen van deze cookies en technieken heeft de VVD uw toestemming nodig. Voor meer informatie over cookies en hoe de VVD omgaat met uw privacy kunt u hier klikken.
Bundel de (sport)krachten
14 september 2018Een van de ambities van dit college is dat de sportparticipatie in Rotterdam toe zal nemen. Dit wordt onder andere bewerkstelligd door Rotterdamse kinderen volop te laten gymmen. Helaas berichtte het Algemeen Dagblad dat niet alle kinderen op de basisscholen van Lekker fit! de vereiste drie keer gymles per week krijgen, omdat er te weinig sportdocenten zijn. Om dit probleem zo snel mogelijk op te lossen, stelde de Rotterdamse VVD samen met haar coalitiepartners vragen aan het college.
‘Zo ben ik erg benieuwd welke creatieve mogelijkheden het college ziet om dit probleem op korte termijn, maar ook structureel op te lossen. Misschien is een docentenpoule voor gymleraren een oplossing, zodat scholen docenten kunnen uitwisselen. Daar komt bij dat ik van het college heb gevraagd binnen welke termijn zij kunnen uitzoeken om onder andere gymleraren voorrang te geven op de woningmarkt,’ aldus VVD-raadslid Pascal Lansink-Bastemeijer.
Daarnaast is het volgens de Rotterdamse VVD van groot belang dat er wordt gekeken naar samenwerking tussen Rotterdamse partners onderling.
Lansink-Bastemeijer: ‘Zo heb ik het college gevraagd om uit te zoeken welke samenwerking tussen voetbalclubs als Feyenoord, Sparta en Excelsior mogelijk is om deze lessen in te vullen. Daarnaast zijn onze amateursportverenigingen eveneens van essentieel belang om meer Rotterdammers te laten bewegen. Ook zij kunnen wellicht (gast)lessen invullen. Dit kan mogelijk als gunstig gevolg hebben dat kinderen ook ná schooltijd gaan sporten. Een win-winsituatie.’